Rangoon - Reisverslag uit Rangoon, Myanmar van Susanne Bulten - WaarBenJij.nu Rangoon - Reisverslag uit Rangoon, Myanmar van Susanne Bulten - WaarBenJij.nu

Rangoon

Door: Susanne

Blijf op de hoogte en volg Susanne

08 Januari 2007 | Myanmar, Rangoon

De overgang van het glimmende, welvarende en hypermoderne Bangkok naar rommelig, communistisch en arm Rangoon is enorm. Daar sta ik dan op het vliegveld van dit dictatoriale land, met veel te veel dollars en travelers cheques op zak. Je mag maar een bepaald bedrag invoeren anders moet je het aangeven bij de douane... Gelukkig voelt niemand bij het groene poortje zich geroepen om me aan een onderzoek te onderwerpen.
In de aankomsthal is het opvallend rustig vergeleken met andere vliegvelden. Geen door elkaar schreeuwende taxichauffeurs of zich opdringende dragers, geen mensen die je naar hun guesthouse proberen te lokken, enkel wat rustige wachtenden.
Ik heb voor 1 keer een transfer gereserveerd, even geen rompslomp. Ik word opgewacht door een pafferige jongeman, Tun Tun Ling. Hij draagt net als alle andere mannen een longyi (een soort sarong die van voren vastgeknoopt wordt met een grote knoop) en heeft een door betelnoten aangetast gebit met vieze donkerrode vlekken. Hij brengt me naar mijn hotel.
Het Yuzana Garden Hotel ziet er van buiten statig uit: een wit koloniaal gebouw met bordes en sierlijke balkons achter een indrukwekkende oprit. Binnen liggen verschoten tapijten en hangen kitscherige kroonluchters. Maar het personeel doet net alsof ze in de Ritz werken en buigt als knipmessen voor me. Ik heb een ‘superior room’. In tegenstelling tot wat die benaming doet vermoeden is dat de goedkoopste en meest inferieure categorie kamers in dit hotel; ‘slechts’ 45 m2 en geen uitzicht. Ik vind het prima want er is CNN en HBO op de tv, en in de suites en presidential suites (van bijna 70 dollar) zou ik toch maar verdwalen.

Vanmorgen ben ik door de overijverige nachtreceptionist van Reflections al om kwart over 4 gewekt (i.p.v. kwart voor 5). Ik heb gisteravond heel gezellig gegeten met Natalie en Amanda, waar ik bij Yoga Thailand mee bevriend ben geraakt. Natalie is voedingsdeskundige en heeft haar eigen tv-programma in Engeland, haar partner Amanda heeft haar werk als tv-journalist opgezegd om zich geheel aan het beeldhouwen te kunnen wijden. We hebben ontzettend bijgekletst en gelachen. Nadat ze weggingen om half 11 moest ik nog helemaal inpakken dus ging ik pas na half 12 slapen. Voordat ik Rangoon trotseer ga ik dus eerst een uurtje slapen.

Rangoon bestaat vooral uit vervallen, grauwe en afgebladderde gebouwen, zo blijkt als ik tegen 12 uur de straat op ga. De meeste stammen zo te zien uit de jaren ’60 en zijn zonder enige opsmuk. Daartussendoor staan koloniale gebouwen en die zijn er kwa onderhoud nog erger aan toe. Erger zelfs dan de krakkemikkige, niet APK-waardige auto’s (en een enkele oldtimer) die hier rondrijden.
Waar moet je in godsnaam beginnen als je in je eentje in zo’n vreemde stad bent? De grootste bezienswaardigheid is de gouden Shwedagon Pagoda maar die kun je het beste bij zonsondergang gaan zien.
Ik besluit om te beginnen naar de bovenste etage te gaan van een van de weinige hoge gebouwen in de buurt. Dan kan ik rustig een eerste overzicht krijgen. Maar eerst moet ik geld wisselen dus ik stap een bank binnen. “Change dollars?” vraag ik, maar de vrouwen achter de balie schudden hun hoofd en wijzen naar buiten. Ik kijk ze niet-begrijpend aan, doch een geuniformeerde bewaker komt aangerend en dirigeert me behulpzaam naar een groepje Indiaas ogende mannen die op straat rondhangen. Ze doen heel geheimzinnig. “Follow me”, zegt de grootste, steels om zich heen kijkend, en ik steek achter hem aan de straat over naar zijn winkeltje. “Wat heb je voor me?” vraagt hij, onderwijl behoedzame blikken om zich heen werpend. Je zou denken dat we in drugs of gestolen goederen gaan handelen. “Nou ja, dollars”, zeg ik. “Hoeveel heb je en wat wil je ervoor hebben?” vraagt hij, en na wat heen en weer ge-onderhandel komen we uit op een prijs van 1200 Kyat per dollar. Gelukkig heeft de bell boy van het hotel me vantevoren ingelicht over de juiste prijzen. In het hotel krijg je maar 1000 Kyat voor een dollar, daarbuiten kun je tot 1200 vangen.
Als we het eens zijn, komt er een ander mannetje tevoorschijn, met een paar rode stompjes als tanden. “Come with me”, lispelt hij schor en troont me mee naar weer een ander winkeltje. Ik wissel 120 dollar en krijg dus 144.000 Kyat, die hij in briefjes van 1000 en 500 voor me uittelt. Ik krijg mijn tas nog net dicht met die enorme stapel biljetten erin.
Op de 20e etage van het Sakura building is een bar-restaurant waar ik al lunchend de stad van bovenaf kan bekijken. De Shwedagon Pagoda ligt er majestueus bij, schitterend in de middagzon.

Het straatbeeld hier doet in niets denken aan dat van buurland Thailand. Het ruikt een beetje zoals in India – wierook en stof – en de mensen dragen allemaal longyi’s. De vrouwen hebben hun gezichten geschilderd met een soort witte kalk. De stoepen zitten vol gaten en er is overal verkeer. Het is heet, warmer dan in Bangkok waar ik het de laatste dagen koel vond.
Middenop een groot verkeersplein ligt de Sule Pagoda, een 2100 jaar oude vergulde stoepa die, naar men zegt, een haar van de Boeddha bevat. Er ligt een muur omheen met poorten waardoor je de rondgang bereikt via een trap. Om de stoepa heen zijn winkeltjes, gebedsruimten en kapelletjes met boeddhabeelden die achter het hoofd verlicht zijn met flikkerende gekleurde discolampjes als stralen van de zon.
Mensen zitten te bidden, liggen te slapen, kletsen, wuiven elkaar koelte toe. Een oude monnik zit zeker een halfuur op zijn hurken te bidden terwijl hij een plant in een pot omhooghoudt, die hij blijkbaar aan de boeddha wil offeren. Een andere man wast een boeddhabeeld met water uit een special daarvoor bestemd basin vlak voor het beeld.

Voor het eerst in deze vier maanden ben ik echt de enige buitenlander op straat. Ik loop rond en zie alleen maar locals! Dat is even wennen in het begin: waar zijn de backpackerscafe’s, de pizzeria’s, de Starbucks koffiezaken? Maar na een tijdje begin ik te ontspannen. Veel mensen roepen "Hello!" naar me, maar verder dan dat gaat het contact niet. Alleen met een handlezer praat ik langer. Voor 2 euro voorspelt hij me een geweldige toekomst. Als het aan hem ligt, heb ik een paar topjaren voor de boeg! Nog voor mijn 45e (da’s dan ook wel net op het nippertje, denk ik! Voordat ik definitief uitgezakt ben en in de menopauze…) zal ik een man ontmoeten waarmee ik het familieleven voortzet. Tussen mijn 42e en mijn 45e zal ik professioneel succesvol zijn en tot mijn 60e zal ik vele landen bereizen, echter zonder gevaar of ongelukken. (Hoe dat na mijn 60e zit, vermeldt hij niet). Verder ziet hij aan mijn levenslijn dat ik meer dan 80 jaar oud word (wil ik dat?).

De grote markt is gesloten maar een paar straten verder ligt de locale Theingyi Zei markt. Hij bestaat uit een paar langwerpige markthallen volgestouwd met kraampjes, waartussen smalle gangen van ongeveer een meter breed lopen. In de eerste hal zie je vooral mannen, zowel kopend als verkopend. Ze handelen in kruiden, kaneelstokjes, gemberwortelen, gedroogde noedels en ontzettend veel geheimzinnig uitziende flesjes en poeders die gebruikt worden voor het brouwen van geneesmiddelen. Een beetje de ‘Wegisweg’ uit Harry Potter. Je schijnt er slangenbloed te kunnen kopen, dus waarom geen rattenstaarten voor een lekker toverdrank?
In de tweede hal zitten en lopen bijna uitsluitend vrouwen. Hier worden stoffen verkocht: kleding, sarongs, dekens, alles wat met textiel te maken heeft. De derde hal is voor modernere spullen; elektronica en zo.

‘s Avonds, vlak voor de zon ondergaat, ga ik naar de Shwedagon Pagoda. De locals denken dat hij 2500 jaar oud is en stamt uit de tijd van de Boeddha. Het huidige bouwwerk is echter ‘maar’ 1000 jaar oud. Een enorme stoepa, helemaal verguld, omgeven door een platform van zachte gladde natuursteen. Overal waar je kijkt zijn kapelletjes, tempeltjes, boeddhabeelden (allemaal met discoverlichting achter het hoofd). Overal zitten mensen te bidden en te mediteren. Veel monniken, hier en daar een pilgrim met lange haren, en nog steeds nauwelijks toeristen!
Een Burmese gids, Amoewa geheten, leidt me rond en vertelt veel over wat er te zien is. Hij neemt me ook mee naar een van de acht boeddhabeelden met zo’n waterbassin ervoor. Op het zuiden is de boeddha voor mensen die op woensdagochtend geboren zijn, zoals ik. Hun symbool is een olifant met slagtanden en hun planeet is Mercurius. Ik moet het beeldje 9 keer met water overgieten, daarna moet ik de omringende figuren (inclusief olifant) ook elk drie keer nat maken.
Als het donker wordt gaan de lichtjes en kaarsjes aan en krijgt de stoepa een speciale glans. Steeds meer mensen komen eraan om offergaven te doen, boeddha’s te wassen en te bidden. Het drukst is het op een stervormig plateau, waar tientallen mensen in gebed verzonken zijn. “Dat is het veld van succes”, legt Amoewa uit. “Daar ga je heen om te bidden voor succes.” Verderop is nog zo’n populaire plek, de wensvervullende Boeddha. Na een uur zijn we helemaal rond. Ik ga ergens zitten om alles rustig in me op te nemen en naar het gechant van de monniken te luisteren. Amoewa neemt afscheid van me: “Susanne, I know a song that goes: ‘Susanne, I’m crazy loving you!’” roept hij triomfantelijk. Kennelijk heeft VOF de Kunst mijn naam zelfs in dit geisoleerde land onsterfelijk gemaakt.
“I will keep your name and your appearance in my mind”, zegt hij plechtig voordat hij zich omdraait en in de menigte verdwijnt.

  • 08 Januari 2007 - 16:21

    Olaf:

    hallo lekkere Susanne,

    ........ja, nu ben je dus in een land aangekomen, waar ik niet ben geweest en erg nieusgierig naar ben...het zal inderdaad wel een enorme overgang zijn na thailand........mijn goede vriend tom wessels -die nu in thailand zit- gaat er ook heen, over 14 dagen, maar dan ben jij al weer weg...IK BEN BENIEUWD HOE JE HET GAAT ERVAREN DAAR, ik hoor wel van mensen die het juist door die ongereptheid, het primitieve en het feit dat er weinig toeristen komen, daar heel bijzonder vinden...interessant die eerste indrukken die ik lees van je..maak je ook veel foto"s?...kan ik het ook zelf zien.......ik ben nu 5 dagen op het relaxte curaco, geniet heel erg en heb veel ondernomen,.een dagtour, het slavernijmuseum bezocht, oef, dat was wel intens, een rondleiding gekregen van een gezellige, dikke curacose dame........de hitte is hier beter uit te houden dan in azie, veel koelere winden, heel prettig......en het leven gaat erg tranquilo, nou, daar was ik wel aan toe, na al het harde werken.....morgen vlieg ik naar suriname en ga dan de jungle in.....ik hoop niet dat ik daar al te veel giftige slangen en vogelspinnen zal tegen komen.....en hoe is het leven dan zo opeens zonder aicha?..veel genot daarooooooo en het beste van OLAF

  • 09 Januari 2007 - 10:43

    Dop En Emiel:

    haai Susanne,
    Jammer dat we je niet meer gaan zien in Thailand, maar ja, ook wel weer te snappen dat je eerder naar Aicha wilt!!!

    We willen nog wel allemaal tips hoor, van je over Bangkok and what to do! Jij bent inmiddels mega expert geworden!

    Van de tekst hierboven, vooral het stukje over je drugshandel is erg grappig om te lezen en voor de rest is het sprekend, zie het helemaal voor me, hoe je daar rondstruint!

    Emiel zit naast me, is al klaar met internetten, dus bij dezen haak ik nu ook af.

    HEEEL VEEEEL PLEZIER NOG en tot in NL dan!!

    XX Dop en Emiel

  • 09 Januari 2007 - 21:07

    Ria:

    hoi.Wat schrijf je weer een enig stukje. Ik heb er van genoten. Ik merk ook dat jij het daar al best naar je zin hebt. Het lijkt me inderdaad een hele tegenstelling met Bangkok. Al die mensjes in dezelfde kleding. Hoe is de stad Rangoon. Zijn er ook hoge flats. Ziet het er zakelijk uit net als Bangkok?
    Die vergulde stoepa lijkt me wel prachtig en dan met een ondergaande zon.
    Die knipperende lichtjes achter die buddha's horen natuurlijk nog bij het kerstfeest. Jij snapt er ook niks van!.
    Je laat je niet "crazy" maken hoor, door al die leuke gidsen.
    Ik volg je.
    Liefs Ria

  • 16 Januari 2007 - 11:38

    Elsa:

    griekenzeggen altijd :Ilove you too much,jouwAmoewa kent heel wat meer engels.raar lijkt me om nu alleen te zijn daar.hier gaat het volgens mij wel goed,wat ik zo van ria hoor. oerigens,Birma lijkt me heel spannend,jeetje ,zo,ninzichzelfgekeerd land zonder toeristen,ben je er al een tegengekomen?hebben wij daar een gezantschap of zo?Ben je mooi bruin geworden? en je huid is zeker fluweel zacht enstralend door al die verse groenten,zon, regen en rust!!tot gauw/ziens love.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Susanne

Actief sinds 12 Juli 2006
Verslag gelezen: 1577
Totaal aantal bezoekers 60958

Voorgaande reizen:

09 December 2015 - 13 Januari 2016

Nieuw Zeeland

27 Juni 2009 - 03 Augustus 2009

Thailand en verder

04 September 2006 - 02 Februari 2007

nepal-tibet-thailand-laos-cambodja-burma

Landen bezocht: