Bedevaart - Reisverslag uit Naypyidaw, Myanmar van Susanne Bulten - WaarBenJij.nu Bedevaart - Reisverslag uit Naypyidaw, Myanmar van Susanne Bulten - WaarBenJij.nu

Bedevaart

Door: Susanne

Blijf op de hoogte en volg Susanne

11 Januari 2007 | Myanmar, Naypyidaw

Khyaiktyo, ook wel Golden Rock, genoemd, is een van Myanmar's belangrijkste bedevaartoorden. Bovenop een berg ligt een reusachtige ronde kei die onwaarschijnlijk veel boven de afgrond helt. Hij ziet eruit alsof hij elk moment van de berg af zal rollen. Hij is helemaal verguld en erbovenop staat een kleine stoepa. Volgens de legende blijft de rots op zijn plek dankzij 1 welgeplaatste haar van de Boeddha. Vooral in deze tijd van het jaar reizen de pelgrims vanuit het hele land in groten getale naar de Gouden Rots.
Ik besluit er met de trein heen te reizen en kan kiezen tussen 'ordinary class', 'first class' en 'upper class'. Om wat meer local life te kunnen meepikken maar wel te kunnen zitten, kies ik voor first class. De reis gaat immers officieel vijf uur duren.
First Class blijkt te bestaan uit houten bankjes verrijkt met een leren kussen op het zitgedeelte. Maar wat een treinreis! De treinen hier doen nog echt 'tjoeke tjoeke' en 'uuuu uuuu!' en er komt rook uit de locomotief. Het is net de Zweinsteinexpress alleen rijdt die harder en hobbelt hij niet zo erg. De Myanmar express schudt niet alleen zoals het een ouderwetse trein betaamt, maar bouncet op een ongelooflijke manier op en neer, alsof je op een gigantische wipkip zit. Er hangen geen elektrische leidingen boven de rails en de wissels moeten nog met de hand worden omgezet.
Het leven buiten zowel als binnen de trein biedt zo'n schouwspel dat ik de hele reis niet hoef te lezen. Buiten speelt zich het plattelandsleven af: vrouwen met witte kalk op hun gezicht dragen enorme lasten op hun hoofd door het lege landschap. Mannen rijden op ossenkarren door de rijstvelden. Varkens scharrelen rond palmbladeren hutjes op palen. Zodra de trein stopt op een stationnetje komt zo'n slaperig dorpje heel even tot leven. Mensen beginnen opgewonden door elkaar te kwetteren, lopen heen en weer, stappen in en uit, zeulend met bagage, vrouwen met enorme dienbladen op hun hoofd komen roepend de trein binnen om eten en drinken te verkopen. Het landschap is plat en tropisch met weelderige begroeiing: rijstvelden, palmen, bananenbomen, bloemen zoals jasmijn en bougainville, bloesembomen. En overal gouden pagoda's, nog veel talrijker dan de kerktorentjes die de skyline van het Nederlandse platteland bepalen.
Ik deel mijn bank met een groepje jongelui; drie jongens en een meisje. Ze flirten en stoeien met elkaar. De jongens zien er cool uit. Het meisje smeert vlak voor vertrek met een tandenborstel haarverf in het haar van een van de jongens. Als we een paar uur later wat langer ergens stilhouden, loopt hij naar een pomp op het perron om de verf uit te spoelen. Trots komt hij terug met zijn rossig gebleekte nieuwe look. Ze zijn heel leuk en ondanks dat we elkaar niet verstaan is het toch heel gezellig. Ze nodigen me uit om mijn voeten op hun bank te leggen zodat ik comfortabeler kan liggen en zijn heel behulpzaam. Als ze merken dat ik als buitenlander voor een fles water 14 cent betaal in plaats van 3,5 cent, zijn ze diep geschokt over zoveel onrecht. Ik moet voortaan hun inschakelen als ik iets wil hebben en dan kopen zij het voor me.
Aan de overkant zitten twee mannen, broers, met een schattig klein jongetje van 2. (Kinderen van die leeftijd zijn hier overigens al lang en breed zindelijk. Waarom kunnen ze dat in Nederland niet?) Het jongetje krijgt heel veel aandacht en is heel erg zoet.
De treinreis duurt twee uur langer dan gepland. Het landschap wordt glooiender, de pagoda's glimmen in de gouden namiddagzon, de hemel nog steeds diepblauw. Als alles echt rood kleurt lopen we eindelijk het station van Khyaiktyo binnen.
Al die tijd ben ik de enige buitenlander geweest in de trein, die zich langzaam heeft gevuld met pelgrims; nonnen, monniken, gezinnen. Ook mijn vier jonge coole reisgenoten zijn op bedevaart.

Als we na 7,5 uur uitstappen, proppen we ons met zijn allen in een truck met bankjes en rijden over een volstrekt verlaten weg door de wildernis. Na ruim een half uur komen we aan in Kunpin waar je moet overnachten als je naar de rots wilt. Ik neem mijn intrek in het Seasar hotel.

Op een goede bedevaart moet je afzien, dat is bekend, daarom liggen de meeste heiligdommen ver weg, hoog of op onherbergzame plekken. Voor de Golden Rock moet je omhoog. De echte die hard doet dat helemaal te voet, zes uur de berg op, de normale sterveling rijd het eerste stuk mee in een open vrachtwagen. Niet dat dat comfortabel is. In de laadbak van zo'n truck zijn overdwars smalle houten plankjes getimmerd, ongeveer 30 a 40 centimeter uit elkaar. Daar moet je op gaan zitten. Je benen kun je niet kwijt dus pers je je knieen zo goed en zo kwaad als het gaat onder het plankje voor je. Degene die daarop zit, zit letterlijk bij je op schoot. De vrachtwagens worden helemaal volgepropt waarna ze met maximale snelheid over een kronkelweggetje de berg op racen. Je kunt je niet vasthouden maar dat hoeft ook niet want je zit toch tegen elkaar aan geplet dus je kunt niet omvallen. De mensen aan de zijkanten worden hooguit platgedrukt tegen het hekje aan de zijkant. Maar niemand klaagt, integendeel, ze vinden het allemaal dikke pret en gieren het uit van de lach.
Boven aangekomen moet je verder te voet, ongeveer drie kwartier vrij steil omhoog. Je kunt je ook laten dragen, gezeten in een strandstoel die tussen twee bamboe palen hangt. Ik ga natuurlijk gewoon lopen. Langs de weg zijn overal eettentjes en winkeltjes maar ik loop altijd liever in 1 keer door. Onderweg ben ik wederom een bezienswaardigheid. Iedereen kijkt en lacht naar me. "Mingalaba!" groeten ze (letterlijk: "Het is een zegen") en als ik in hun eigen taal terug groet, gaan ze helemaal uit hun dak. Veel mensen hebben nog nooit een buitenlander gezien en roepen bewonderend: "You are beautiful!" Maar de meeste mensen kunnen geen Engels.

Bovenop de berg zijn simpele guesthouses voor pelgrims. Maar buitenlanders mogen daar niet slapen. En er wordt nog meer onderscheid gemaakt, want op het plateau waar de Gouden Rots op rust mogen geen vrouwen komen. Die moeten op een van de plateau's erachter blijven. Er is ook een onderdoorgang, zodat je de rots vanaf een lager punt kunt bekijken. Ik waag me daar niet want hij ziet er echt uit of hij elk moment over de rand kan rollen. Rond de rots zijn nog meer gebedsplaatsen waarvan sommige niet toegankelijk zijn voor vrouwen.
Onder een boom zit een grote groep mensen. Ze willen graag dat ik foto's van ze maak. Elke keer dat ik afklik, applaudisseren ze! Daarna moet ik natuurlijk het resultaat op mijn schermpje laten zien, tot groot vermaak.
Een groepje rijkere Birmezen met een fototoestel komt naar me toe met het verzoek of ik met ze op de foto wil. Een voor een poseren ze met me. Ik voel me net Mickey Mouse in Disneyland.
Mijn jonge vrienden uit de trein komen ook naar me toe. Zij hebben vannacht op de berg geslapen.
Eind van de morgen loop ik terug naar beneden, waar ik door een mollige monnik word uitgenodigd om bij hem en zijn vriend aan tafel te komen zitten in een van de eetstalletjes. Hij spreekt een beetje Engels en wil dat heel graag oefenen. Hij heeft speciaal een woordenboek bij zich. Uttoung, zo heet hij, gaat in Bangkok studeren op kosten van zijn sponsor. Ik ben al meer mensen tegengekomen die in het buitenland studeren of gestudeerd hebben. Sinds een paar jaar geeft de regering makkelijker paspoorten uit.
Uttoung is 26 en is sinds 6 maanden monnik. Hij weet nog niet of hij dat wil blijven. Elke man in Myanmar wordt geacht twee keer in zijn leven monnik te zijn geweest. Een keer in zijn tienerjaren, als noviet, en 1 keer als hij voorbij de 20 is, als volledig gewijde monnik. Er zijn iets van een half miljoen monniken in dit land. Nonnen zie je ook. Ze dragen roze gewaden, terwijl de monniken bordeauxrood dragen als de Tibetaanse monniken.
Ik stap met de monniken in een vrachtwagen en pak ditmaal een bus terug naar Yangoon. Die doet er sneller over dan de trein en rijdt weer een andere route, maar biedt nauwelijks ruimte voor contact met medereizigers. Wat wel leuk is, is dat hij onderweg bij belangrijke tempels stopt. Iedereen stapt dan even uit om te gaan bidden en de bus wacht tot iedereen klaar is. Zo komt het dat ik bij zonsondergang rond een reusachtige gouden stoepa loop in het stadje Bago.
Terug in het Yuzana Garden Hotel neem ik een upgrade naar de 'Deluxe Room'. De inferieure Superior Rooms bleken namelijk allemaal naast de nachtclub van het hotel te liggen, wat resulteert in luide technodreunen tot 2 uur 's nachts. De Deluxe Room ligt aan de voorzijde van het hotel en heeft openslaande, 4 meter hoge deuren naar een majestueus bordes. Het woord balzaal is een understatement voor dit walhalla. En voor het eerst sinds dagen slaap ik heerlijk.

  • 11 Januari 2007 - 21:58

    Natasja:

    Hoi Suus, jeetje die aicha helemaal alleen naar huis. Wat een stoere griet is het toch. Ik kan me voorstellen dat je het heerlijk vind om lekker helemaal alleen te zijn. Geniet er maar van. Doe je wel voorzichtig we zien je graag weer heel terug. Ik volg je verhalen weer volop nu. jammer dat ik het even kwijt was allemaal.(stomme laptops ook). Natuurlijk jij ook nog de allerbeste wensen en we zien jullie snel weer in februari.
    Floor is inderdaad naar school en die vermaakt zich prima. Ze was er helemaal klaar voor. Dikke knuffel Natasja

  • 12 Januari 2007 - 22:03

    Han:

    Nou Susan! Als ik dit zo lees krijg ik toch sterk het gevoel dat effe in je uppie lang niet slecht voor je is! Leuk allemaal! Maar nou even over die Golden Rock... is dat geen afknapper om als je boven komt te moeten ontdekken dat je als vrouw niet verder mag?? "Knap kut" lijkt me hier een toepasselijke kreet. Of wist je dat vtv? Lijkt me zo zonde na zo'n lange reis ernaar toe... Verder verbaas ik me over het fenomeen teknod(r)eunen in je hotel.. kennelijk toch redelijk up2date daar..
    Liefs van Han

  • 13 Januari 2007 - 07:57

    Dop:

    Tja, ik kan alleen maar zeggen, WOW Susanne, wat een mooi verhaal! Keep enjoying!! liefs, Dop

  • 13 Januari 2007 - 12:05

    Susanne:

    Nou dat bij die rots viel wel mee hoor. Als vrouw mag je alleen niet op het laatste plateautje, waar de rots op ligt, maar je mag wel 3 meter erachter. Ik zat er niet zo mee, hoef er toch niet tegenaan te plassen.
    Wat de Techno betreft, dat is natuurlijk Burmese Techno! Ze maken hier alles na, bijvoorbeeld ook rap.

  • 14 Januari 2007 - 10:08

    Ria En Aicha:

    hey! ik ben nu bij ria. en we hebben net gestoeid op het bed! zaten te ieren van het lachen! gisteren naar de film geweest (ik alleen hoor wand ria had vriendinnen) volgende week komt maud en dan gaan we schaatsen, die trijn he... werd je niet miselijk? deze laptop van ria is te koop voor 3.000 euro, dus ik mag er mar ff op! hey die vrienden he niet helemaal begrepen. in iederg geval, ik mis je en hoop je heeeeeeel snel terug te zien! nu komt ria doei!

    Ja nou mag ik even. Wat een avontuur zeg. Je maakt weer de mooiste dingen mee. Ik ben jaloers. Ik wil ook.
    Liefs van ons.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Susanne

Actief sinds 12 Juli 2006
Verslag gelezen: 125
Totaal aantal bezoekers 60921

Voorgaande reizen:

09 December 2015 - 13 Januari 2016

Nieuw Zeeland

27 Juni 2009 - 03 Augustus 2009

Thailand en verder

04 September 2006 - 02 Februari 2007

nepal-tibet-thailand-laos-cambodja-burma

Landen bezocht: